Artikelen |
In een interview met NRC geeft Anne-Mei The, cultureel antropoloog, aan dat dementerende mensen en hun naasten vooral psychosociale hulp nodig hebben. ‘Deze mensen lijden vooral aan sociale pijn’, meldt ze in het gesprek met de krant. ‘Partners worden ziek van jarenlang verdriet en stress.’ In het onlangs verschenen boek Dagelijks leven met dementie volgt The twee stellen waarvan een partner lijdt aan dementie. Uit het boek blijkt vooral dat mantelzorgen voor iemand met dementie erg zwaar is.
Het volgen en het interviewen van deze echtparen en vele anderen heeft geleid tot de conclusie dat vooral psychosociale hulp nodig is. Het medische onderzoek is één kant van het verhaal, maar er moet meer begeleiding en sociale hulp geboden worden. Dementiecoaching, dagopvang en begeleiding zijn hier voorbeelden van.
“We moeten kijken naar hoe we het dagelijkse leven met deze aandoening kunnen verbeteren. […] Nu ligt de focus vooral op de medische diagnose. Mensen krijgen een diagnosegesprek als ze zelf al een tijdje doorhebben dat er iets niet klopt en ze weer grip op het bestaan zoeken. Maar zo’n gesprek is heel medisch en mensen gaan met een leeg gevoel naar huis. Ze krijgen geen handvatten mee.”
In haar boek toont Anne-Mei The de verhalen die normaal gesproken achter de voordeur blijven. Ze wilde daarin ook laten zien wat er gebeurt met de mensen die achterblijven, nadat de partner met dementie is overleden. De bedoeling is dat de lezer zich gaat afvragen hoe hij of zij zou reageren in de betreffende situatie, en dat er onderzocht wordt of psychosociale hulp de kwaliteit van leven kan verbeteren. Om zo een crisis, zoals overspannen mantelzorgers, te kunnen voorkomen.
U leest het hele interview op de website van NRC.
Anne-Mei The: Dagelijks leven met dementie, een blik achter de voordeur. Uitgeverij Thoeris, 19,95 euro
“De geleverde zorg door Zuster Jansen was uitstekend, een absolute aanrader”
Mevrouw Cornelise, Hilvarenbeek
|